There and back again: Mount Bintumani

3 februari 2024

Oeps, dit is niet helemaal zoals ik het van tevoren had bedacht. Wat heb ik lang niks geschreven zeg! Zoals eerder gezegd, je wordt hier behoorlijk geleefd en energie voor het schrijven van een blog kon ik vaak niet opbrengen.
Ondertussen zit officieel mijn opleidingstijd hier erop. Echter, heb ik besloten een maandje langer in Sierra Leone te blijven, omdat ik het hier zo leuk vind. Op 18 februari vlieg ik terug naar Nederland.

Er is in de tussentijd veel gebeurd. Zo zijn mijn vader, broer en tante langsgekomen, heb ik ze Masanga laten zien en zijn we samen door Sierra Leone gereisd. Een coupepoging in Freetown gooide bijna roet in het eten, maar gelukkig hebben we nog steeds alles kunnen doen wat we wilden! Het was heel speciaal om hen dit land te kunnen laten zien.

Op medisch gebied heb ik heel veel geleerd en weer veel meegemaakt zoals arteriële bloedingen, ernstig zieke kinderen met convulsies, amputaties, keizersnedes en heel veel open fracturen van het onderbeen die een externe fixatie nodig hadden. Daarnaast hadden we veel struggles met elektriciteit op de compound, liep ik ongetraind de dr. Wouterrun (10 km sponsorloop) en kwam ik om 03:00u een slang op mijn auto tegen. We organiseerden een meeting met traditional healers, vierden kerst in Masanga en oud- en nieuw op een berg in Kabala.

Ik zal later nog wel een blog schrijven met meer detail over het bovenstaande. Maar nu eerst wat meer over een meer recentere gebeurtenis. We hebben Mount Bintumani beklommen!
Dit is de hoogte berg van West-Afrika en is in 3 dagen te beklimmen. Een hele uitdaging!

Mijn voorbereiding was niet optimaal. Vijf dagen voor vertrek had ik een voedselvergiftiging opgelopen en een aantal dagen weinig eten en op bed liggen is niet een ideaal. De rest van onze groep van zes had onze tocht wat beter kunnen voorbereiden. Er was genoeg eten ingeslagen (rijst, pasta, ingeblikte groenten, snacks, tapalapa (brood)) voor vijf dagen. De aanwezige kampeerspullen in Masanga waren verzameld (drie tenten, slaapzakken, (yoga)matjes, potten, waterfilters etc). Verder was het vooral van belang licht en efficiënt in te pakken, want alles moest op de rug gedragen gaan worden.

Dag 1:
Op vrijdag vertrokken we (natuurlijk een uur later dan gepland) met een chauffeur en 4x4 van het ziekenhuis richting het noorden. Er was alleen onverharde weg: Masanga – Bumbuna – Bendugu – Yiffin. Vooral de weg tussen Bendugu en Yiffin was behoorlijk slecht en het was flink hobbelen geblazen. Eenmaal in Yiffin aangekomen was de grote vraag: is de rivier laag genoeg om er met de auto overheen te kunnen? Het antwoord bleek nee. Dus moesten we hier al afscheid nemen van onze chauffeur Joseph en werden er vier motorbikes geregeld om alle mensen en bagage mee te vervoeren. Het was flink proppen en de weg was nogal uitdagend. Onze ritjes op de motorbike van Masanga naar Magburaka (dorpje 20 minuten verderop) waren er niks bij. Er waren grote hoogteverschillen met veel rotsen. De motorbike driver probeerde behendig de motorbike in bedwang te houden en wij hielden vaak onze adem in als het weer leek alsof we naar voren of achteren zouden vallen.
Maar waarom kunnen motorbikes wel over de rivier en een auto niet? Ook al is het een raar gezicht, motorbikes kunnen in een kano. En zelf een lekke, houten kano kan toch wel 3 motorbikes naar de overkant brengen. We verbaasden ons over het tafereel en dat dit allemaal maar goed ging. Zelf maakten we ook de overtocht in de instabiele kano. Weer af en toe de adem inhouden, en dan weer door.

Na een uur op de motorbike te hebben geracet (wat ging hij snel!) kwamen we eindelijk aan in Kondembaia. In dit dorpje staat een leegstaand guesthouse: het startpunt van de tocht naar de top van Mount Bintumani.
We konden niet zomaar in dit dorpje overnachten en moesten dan ook eerst bij de chief van het dorp langs om hem te ontmoeten/ een financiële bijdrage te geven. De kinderen van het dorp omringden ons tijdens de korte wandeling naar het opvallend nederige stulpje van de chief. Na de nodige geldtransactie konden we in een lege ruimte in het guesthouse onze matjes uitrollen en op een vuurtje werd ons meegebrachte eten opgewarmd. Zonder stromend water of een werkende wc was de toon meteen gezet.

Dag 2:
Zaterdagochtend stonden we 06:00u op en genoten we in de kou (ja het was echt fris!) van onze eerste portie warme havermout met kaneel en pindakaas. Snel inpakken en daarna kon de grote klim beginnen.
We gingen niet alleen omhoog. We vormden een heel gezelschap. Alie was onze bevriende gids. Hij komt uit deze omgeving en werkt in Masanga in het lab. Het was ontzettend fijn dat hij met ons mee was om alles te regelen (met name de financiële onderhandelingen) en ons tijdens de tocht te ondersteunen. Vanuit het nationaal park gingen er twee andere gidsen met ons mee. Ook kregen we twee porters mee die een deel van onze bagage (tenten en eten) voor ons konden dragen. Vanuit de familie van de gidsen liep er nog een extra persoon mee en ook een lokale toerist voegde zich bij ons gezelschap.

In het begin was het nog een combinatie van stijgen en dalen. Ik irriteerde me al vrij snel aan het feit dat we een groot stuk hadden geklommen en daarna weer naar beneden liepen. Zo kwamen we nooit omhoog! Ik merkte ook al snel dat mijn evenwicht toch wel te wensen overliet en dat mijn snelheid niet ten goede kwam. Alie stelde voor om van tas te wisselen (zijn tas was aanzienlijk lichter) en dit hielp enorm. Samen met Laura vormde ik de achterhoede die slow maar steady naar boven ging.
In de verte zagen we kort het topje van Mount Bintumani liggen. We voelden ons als de hobbits in de Shire onderweg naar Mordor. Velen hadden ons verteld dat de klim naar boven heftig zou zijn, maar het bleef spannend en afwachten hoe heftig het daadwerkelijk zou worden en of we het zouden halen.

We waren een aantal uur onderweg toen zich opeens (op nog geen drie meter afstand!) een ruim twee meter lange zwarte cobra rustig vooruit bewoog. Dit is de grootste slang die ik in Sierra Leone heb gezien! Zo lang, dik en glanzend zwart! Zelfs onze gids Alie sprak zijn verbazing uit. Dit had hij hier nog nooit gezien. Maar we moesten door en al snel waren we de slang vergeten en bewogen we ons weer door het dichte bos.
Het was een lange dag (negen uur) lopen en de laatste drie uur waren pittig. We stegen zo steil omhoog dat je echt handen en voeten nodig had om omhoog te komen. Aan stenen, bomen en struikgewas trokken we onszelf omhoog. Helaas is niet elke boom geschikt om je aan vast te houden en grepen we af en toe flink in de stekels.

Wat was het fijn toen we aankwamen op onze bestemming: camp 2! Een kampje op de grens tussen de bomen en de rotsen, doorkruist door een zacht stromend beekje, waarin we ons konden wassen en waar we ons drinkwater vandaan konden halen. We genoten van de zonsondergang en de sterrenhemel, waarna we een pasta-maaltijd klaarmaakten op het vuurtje. Fijn zo’n vuurtje, want het hield ons lekker warm. Dit was nodig want het was koud! Ik sliep met twee andere in een tentje, waardoor we ons in de nacht aan elkaar warm hielden. Comfortabel was het zeker niet (yoga-matjes zijn ook niet gemaakt om op te slapen), maar we kwamen de nacht weer door.

Dag 3:
De volgende dag ging het gebeuren: de klim naar de top!
Opnieuw stonden we vroeg op en aten we havermout met kaneel en pindakaas als ontbijt.
Gelukkig konden we de tenten in camp 2 achterlaten en alleen met een rugzak met genoeg water omhoog. Het was direct een flinke klim. Pas na een uur of 2 hadden we uitzicht op Mount Bintumani. En wat voor een uitzicht. Erg indrukwekkend! Ik zag nog steeds niet helemaal voor me hoe we op die top terecht zouden komen. Het leek zo ontzettend steil en vooral het laatste stuk zag ik alleen een muur van rotsen. Ik moest het nog zien..

Het werd inderdaad als snel steiler en met verstand op nul gingen we verder omhoog. Het laatste half uur was klauteren en deed mij aan een klimmuur denken. Niet ideaal aangezien er nul zekering was. NIET VALLEN en verder klimmen! Daar ging het om.

Met de nodige hulp bereikte iedereen de top! Het was gelukt! Gelukkig geen Mordor, maar een prachtige top met mooie vergezichten. De blijdschap maakte echter snel plaats voor zorgen over de terugtocht. Het was zo steil, hoe moesten we weer naar beneden komen?
Na een uurtje op de top van Mount Bintumani te hebben gerust, was het tijd om aan de gevreesde terugtocht te beginnen. Het werd een gevecht waar vaak maar een oplossing was: op voeten/billen naar benden glijden. Bont en blauw word je ervan, maar anders kon ik echt niet beneden komen. Het gras naar de top van Mount Bintumani was een paar weken geleden afgebrand (bewust gedaan, anders is het niet bereikbaar) en overal lag as. Het as vloog ons om de oren elke keer dat we weer een stukje naar beneden gleden. Alles werd zwart van het as, we zagen er niet uit en hoesten de as uit de longen.

Na meer strubbelingen en langzaam gedoe vanuit mijn kant, kwamen we helemaal moe weer aan in camp 2. Voldaan dat het gelukt was, maar het was wel een uitputtingsslag geweest. Alie was een grote hulp geweest in onze klim. Heel fijn dat hij erbij was.
De gidsen en porters hadden graag gezien dat wij na een uurtje rusten direct door zouden gaan naar camp 1 (nog eens drie uur afdalen). Dit zagen wij niet zitten en na wat discussie werd besloten dat de hele groep in camp 2 zou overnachten en de volgende dag de hele weg terug naar het guesthouse in één keer zou afdalen. Misschien een beetje uitstelgedrag, maar we hadden even een pauze nodig. Camp 2 was dan ook zo mooi dat het geen straf was hier wat langer te blijven. We wasten ons weer in de beek en kookten op het ons nu bekende vuur. Met de kou kwam ook de vermoeidheid en we doken dan ook vroeg onze tentjes in.
Bizar te bedenken dat alle gidsen en porters helemaal geen tent hebben en gewoon in hun jas buiten bij het vuur liggen. Het vuur bleef dat ook de hele nacht aan, omdat het anders te koud zou worden.

Dag 4:
Maandagochtend moest dan toch echt aan de uitgestelde terugtocht begonnen worden. Na een nacht matig slapen met blauwe heupen op harde matjes, was de uitgangspositie niet ideaal. Toch begonnen we vol goede moet aan de afdaling.
Zoals verwacht was het een pittige toestand. Glijdend op billen en voeten was soms de beste optie. De gaten schoten in de broeken wanneer je weer eens achter een tak bleef hangen of ongecontroleerd over de grond naar beneden gleed. Ondertussen vielen mijn schoenen langzaam uit elkaar. Daarnaast lag de route bezaaid met dode bladeren, wat het moeilijk maakte om te zien waar je je voeten moest neerzetten en wat voor de nodige gladheid zorgde.

De afdaling duurde lang, waarbij frustratie over het vallen en glijden werd afgewisseld door hilariteit om datzelfde vallen en glijden. Tussendoor hielden we pauze op mooie plekken. Bij een rustig stromend riviertje konden we even zitten en ons water bijvullen. Wat een rust en vooral wat veel vlinders daar! Erg mooi.

We waren die dag om 07:45u vertrokken en kwamen 9 uur later aan bij de plek waar het was begonnen: het verlaten guesthouse in Kondembaia. We hadden het gehaald!
Uit een waterput konden we met een emmer water omhoog trekken, waarna we ons heerlijk konden wassen met emmers en een gietertje. Dat was flink nodig ook, want van al dat bilschuiven wordt je behoorlijk zanderig. Onze laatste ingrediënten (rijst, ui en bonen) werden snel klaargemaakt op het welbekende vuur. Nog een theetje erbij en snel naar bed.

Dag 5:
Dinsdagochtend stonden we weer vroeg op. Nog voor het licht werd waren we al uit de veren. Het was een koude nacht geweest en we hadden de warmte van de tent behoorlijk gemist. Na ons standaard ontbijt met havermout, kaneel en pindakaas vertrokken we weer met de motorbikes richting Yiffin. Ingepakt met trui en regenjas tegen de kou gingen we er vandoor.
Na weer een intensieve motorbike tocht kwamen we om 09:15u aan in Yiffin. Daar stond Joseph onze chauffeur al klaar. Hij wilde zo snel mogelijk terug naar Masanga. Ook volgens hem was het hier veel te koud!
Het kraampje met gefrituurde oliebollen en bananenkoekjes had een goede aan ons. Onze snacks waren al even op en we hadden zin in wat eten. Voordat we het wisten hadden we het kraampje leeggekocht. Oeps! Volgens Joseph waren de mensen hier vooral erg blij mee. Op een doodgewone dinsdag hadden 6 opoto’s (blanken) om 09:15u hun al een hele dagopbrengst opgeleverd.

In de 4x4 hobbelden we met noodgang weer terug naar Masanga (aka the shire) waar we moe maar voldaan aankwamen. Wat was die douche heerlijk, het zittoilet fijn en wat was dat bed ontzettend zacht!

Kortom, een pittige maar vooral geslaagde tocht. Ik had het niet willen missen!

2 Reacties

  1. Maria Brijder de Hartog:
    4 februari 2024
    Weer een mooi en vooral spannend verhaal.Dankjewel.Ik hoop dat de blauwe plekken intussen zijn verdwenen.Tot gauw groeten van Berend en Riet
  2. Dorien:
    8 februari 2024
    Bijzondere tocht. En toch maar mooi gehaald!
    Hieruit blijkt maar weer "it's a dangerous business going out of your door. You step into the Road, and if you don't keep your feet, there is no knowing where you might be swept off to." Maar net als Frodo is jouw reis gelukkig goed geëindigd 🙂

Jouw reactie